- aanstoten
- {{aanstoten}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [botsen] knock (against) ⇒ bump (into)♦voorbeelden:1 hij stootte tegen de tafel aan • he knocked against the tableII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [porren] nudge♦voorbeelden:1 zijn buurman aanstoten • nudge one's neighbour
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.